Alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland

In het EMN-onderzoek ‘Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in Nederland’ worden de procedures beschreven die minderjarige asielzoekers doorlopen bij aankomst in Nederland en terugkeer naar het land van herkomst. Het onderzoek gaat ook in op de betrokken organisaties bij  deze procedures.

Jonge Syrische vluchtelingen bij de Servisch-Kroatische grens. | Foto: Francesco Malavolta | IOM, 2015
Jonge Syrische vluchtelingen bij de Servisch-Kroatische grens. | Foto: Francesco Malavolta | IOM, 2015

In Nederland krijgt een minderjarige asielzoeker te maken met een groot aantal organisaties. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) behandelt de asielaanvraag. Als een amv een verblijfsvergunning krijgt, is dat meestal een asielstatus. Soms komt een amv in aanmerking voor een reguliere verblijfsvergunning.

Tijdens de asielaanvraag plaatst de voogdijinstelling Nidos de minderjarige onder voogdij. Ook kan het Nidos zorgen voor een opvanggezin als iemand jonger is dan 13 jaar. Bij het vinden van een pleeggezin wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de culturele achtergrond van de amv.

Een jongere vanaf 13 jaar komt in de reguliere asielopvang, die wordt verzorgd door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Het COA houdt bij het plaatsen van een jongere rekening met het ontwikkelingsniveau en de mate van zelfstandigheid. Sinds 1 januari 2008 zijn alle minderjarige asielzoekers in de leeftijd van 13 tot 18 jaar, bij wie mensenhandel wordt vermoed, in een zogenaamde beschermde opvang geplaatst. Hier staan ze onder intensief toezicht. .

Bij het verlaten van Nederland is de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) van het ministerie van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor gedwongen vertrek van een minderjarige asielzoeker, en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) voor vrijwillig vertrek. Het vastzetten van jonge migranten gebeurt alleen in uiterste gevallen.

 

Onderzoek Nederland: 'Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen in Nederland', februari 2010