Gezinshereniging van migranten buiten de EU in Nederland en andere EU-lidstaten

Het Nederlandse beleid voor gezinshereniging is grotendeels gelijk aan het beleid van andere lidstaten van de Europese Unie (EU). Op een aantal punten wijkt het Nederlandse beleid echter af, zoals bij het bepalen van welke familieleden voor gezinshereniging in aanmerking komen en inburgering. Dat blijkt uit het EMN-onderzoek ‘Family Reunification of Third-Country Nationals in the EU plus Norway: National Practices’ (april 2017), dat in 26 lidstaten is uitgevoerd. EMN Nederland onderzocht hiervoor de situatie in Nederland.

Het onderzoek gaat in op het beleid voor gezinshereniging van de lidstaten, zoals:

  • de voorwaarden waaraan gezinsleden moeten voldoen om in aanmerking te komen voor gezinshereniging
  • de aanvraagprocedure
  • de rechten en plichten die uit gezinshereniging voorvloeien
  • de bijzondere regels bij de gezinshereniging van asielstatushouders (erkende vluchtelingen), oftewel ‘nareis’
     
Turks gezin op Rommelmarkt bij de Havendagen in Vollenhove. | Foto: Valentijn Brandt/Nationale Beeldbank
Turks gezin op Rommelmarkt bij de Havendagen in Vollenhove. | Foto: Valentijn Brandt/Nationale Beeldbank

Verschillen in beleid gezinshereniging

De meest opvallende verschillen tussen de EU-lidstaten zijn:

  • anders dan in veel andere lidstaten komen in Nederland ook niet-gehuwde en niet-geregistreerde partners voor gezinshereniging in aanmerking
  • Nederland is met België, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk een van de weinige landen waar ouders van meerderjarigen niet in aanmerking komen voor gezinshereniging, het beleid is daarmee veel strenger 
  • Nederland is een van de weinige lidstaten waar een gezinslid voorafgaand aan de komst naar de EU een inburgeringsexamen moet afleggen. Dit geldt niet voor gezinsleden van erkende vluchtelingen. Tijdens het examen wordt naast taalkennis ook kennis van de Nederlandse samenleving getoetst. Dit is uniek in Europa. Andere landen waar het afleggen van een examen in het buitenland verplicht is (bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk) toetsen alleen de taalkennis van een gezinslid. 

Onderzoeken