EU-lidstaten geven prioriteit aan het aantrekken en behouden van internationale onderzoekers

De EU wil meer onderzoekers van buiten de EU aantrekken en stimuleren om na afloop van hun onderzoek te blijven. De onderzoekers kunnen belangrijke expertise en kennis inbrengen bij Europese universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. Bovendien wil de EU zo het aantal onderzoekers in Europa op peil houden. 

Voor de meeste EU-lidstaten is het aantrekken en behouden van internationale onderzoekers dan ook een beleidsprioriteit, al doen lidstaten dit op verschillende manieren. 

Aantrekken van onderzoekers

Voor het aantrekken van onderzoekers promoten de meeste lidstaten het eigen land in landen van buiten de EU zelf. Lidstaten doen dit vooral door informatiedagen, websites, mediacampagnes en/of het verspreiden van folders (AT, BE, BG, CZ, DE, EE, EL, FI, FR, HR, LU, SE, MT, NL, PL, SI, SK). Drie landen bieden onderzoeksbeurzen aan (AT, BE, MT).

Onderzoekers die naar de EU willen komen kunnen een verblijfsvergunning aanvragen onder de Studenten- en Onderzoekersrichtlijn (richtlijn 2016/801). Daarnaast kunnen onderzoekers die voor bedrijven en onderzoeksinstellingen in de private sector gaan werken ook een vergunning krijgen via andere toelatingsregelingen, bijvoorbeeld via de EU Blue Card, een verblijfs- en werkvergunning voor hoogopgeleide kennismigranten van buiten de EU (AT, BE, CZ, DE, EL, EE, ES, FI, LT, HR, LU, LV, NL, PL, SE, SI, SK). De EU past dit beleid echter op termijn aan, onderzoekers van buiten de EU kunnen dan alleen nog via de Studenten- en Onderzoekersrichtlijn in een lidstaat verblijven. Dan vervalt ook in Nederland de mogelijkheid voor onderzoekers om een verblijfsvergunning als kennismigrant aan te vragen. 

Behouden van onderzoekers

Om onderzoekers te stimuleren om na afloop van hun onderzoek te blijven zetten lidstaten vooral in op:

  • het versoepelen van de eisen voor een verblijfsvergunning voor werk of het starten van een bedrijf, waarmee de aanvraag uitgezonderd is van de arbeidsmarkttoets of van de eis voor het minimumloon (CZ, DE, EE, ES, FR, IE, LT, LV, SE, PL); 
  • het geven van hulp bij aankomst, zoals voor het openen van een bankrekening (BE, BG, CZ, EE ES, FI, FR, HR, IE, MT, NL, SE, SK) en bij het inschrijven in een gemeente (AT, BE, BG, CZ, ES, FI, FR, HR, IE, LT, NL, SI, SK); 
  • het bieden van een zoekperiode voor het vinden van een baan (op België na alle lidstaten), waarvoor internationale onderzoekers een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen voor 9 maanden (CZ, DE, EE, LU, LV, PL, SK) of voor 12 maanden, zoals dat ook in Nederland geldt (AT, CY, EL, ES, FR, FI, HR, LT, NL, SE).

Een klein aantal onderzoekers maakt hiervan gebruik, in Nederland ging het bijvoorbeeld om dertig onderzoekers in 2020 en twintig in 2019.

Belemmeringen aantrekken en behouden onderzoekers

Complexe administratieve procedures (AT, BG, DE, HR, PL, SE) of een gebrek aan mogelijkheden voor familie van de onderzoeker om in een lidstaat te kunnen werken (DE, EE) kunnen een drempel zijn voor onderzoekers om naar een lidstaat te komen of te blijven. Nederland en Duitsland verbeteren daarom de informatie over carrièremogelijkheden na afloop van een onderzoek.

Sectoren

Elf lidstaten geven prioriteit aan bepaalde sectoren voor het werven en behouden van internationale onderzoekers in de 'STEM'-sectoren: Science, Technology, Engineering, Mathematics (BG, DE, EL, ES, HR, LT, LU, LV, PL, SK, SI). Voor 10 lidstaten (AT, BE, CZ, DE, EE, ES, FI, HU, IE, LV, NL, SE) geldt dit niet. 

Pandemie Covid-19

In Bulgarije en Polen ontstond door de coronapandemie vooral in gezondheidssectoren meer behoefte aan internationale onderzoekers. De mogelijkheden om naar de EU te komen waren door de reisbeperkingen tijdens de pandemie echter zeer beperkt, ook de uitvoering van lopende onderzoeksprojecten ondervond soms hinder. 

Publicatie