De Europese Unie (EU) streeft naar een georganiseerde aanpak van mensenhandel, zowel voor het vaststellen van mensenhandel als voor het beschermen van de slachtoffers. Hiervoor is het van groot belang dat de signalen van (mogelijke) slachtoffers snel worden herkend, zodat ze snel de juiste hulp en bescherming krijgen. Dit EMN-onderzoek gaat in op hoe slachtoffers van mensenhandel in de Nederlandse asiel- en vertrekprocedures worden herkend en doorverwezen.
Herkennen van slachtoffers mensenhandel
Bij asiel- en vertrekprocedures werken de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) van het ministerie van Justitie en Veiligheid samen met een groot aantal partnerorganisaties, zoals het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de politie en de Koninklijke Marechaussee (KMar). Elke van deze organisaties heeft een protocol of werkinstructie waarin staat hoe medewerkers signalen van mensenhandel moeten doorgeven.
Herkennen van signalen van mensenhandel
Medewerkers van deze organisaties worden met cursussen en trainingen geschoold in het herkennen van signalen van mensenhandel. De manier van het vaststellen van signalen is nog niet volledig afgestemd en verschillen daarom enigszins van elkaar.
Onderzoek Nederland: 'Herkennen van slachtoffers van mensenhandel: in de Nederlandse asiel- en gedwongen vertrekprocedures', oktober 2013