De Europese Commissie (EC) verkent de invoering van nieuwe legale migratiekanalen door EU-lidstaten voor migranten van buiten de EU. Hiermee wil de EC onder meer tekorten op de Europese arbeidsmarkten terugdringen en irreguliere migratie verminderen. Het EMN bracht in kaart hoe ver lidstaten zijn met het aanbieden van deze nieuwe legale migratiekanalen.
Onderzoek: Europese Commissie verkent nieuwe legale migratiekanalen
De verkenning volgt uit het nieuwe Migratiepact (september 2020), een set van Europese afspraken over migratie naar en binnen de EU. De twee instrumenten die de EC hiervoor wil inzetten zijn Talent Partnerships en aanvullende werkgerelateerde migratiemogelijkheden voor mensen die internationale bescherming nodig hebben.
EMN Inform: 'Exploring legal pathways to fulfil labour needs'
Onderwerp - Talent partnerships van EU-lidstaten; werkgerelateerde toelatingsregelingen voor specifieke nationaliteiten en/of sectoren; aanvullende werkgerelateerde migratiemogelijkheden voor mensen die internationale bescherming nodig hebben.
Deelnemende landen - België (BE), Bulgarije (BG), Cyprus (CY), Duitsland (DE), Estland (EE), Finland (FI), Frankrijk (FR), Hongarije (HU), Ierland (IE), Italië (IT), Kroatië (HR), Letland (LV), Litouwen (LT), Luxemburg (LU), Malta (MT), Nederland (NL), Oostenrijk (AT), Polen (PL), Portugal (PT), Slovenië (SI), Slowakije (SK), Spanje (ES), Tsjechië (CZ), Zweden (SE).
Onderzoeksperiode - April-juli 2021
Talent Partnerships
Bij het nieuwe concept Talent Partnerships gaat het om bilaterale overeenkomsten met landen van buiten de EU, waarmee migranten naar een EU-lidstaat kunnen komen om te studeren, een training te volgen of te werken. Een Talent Partnership heeft voor beide landen voordelen. Tekorten op de Europese arbeidsmarkten kunnen bijvoorbeeld worden teruggedrongen en tegelijkertijd kansen bieden aan migranten voor het opdoen van kennis. Bij de partnerships gaat het zowel om tijdelijke, langdurige, als circulaire migratie. Circulaire migratie is een vorm van tijdelijke migratie, vaak voor werk of studie, waarbij een migrant de eigen nationaliteit behoudt en opgedane kennis mee terugneemt naar het herkomstland.
Van de 24 EU-lidstaten die meededen aan het onderzoek voeren momenteel 11 lidstaten initiatieven uit die vallen onder Talent Partnerships:
- België, Bulgarije, Frankrijk, Luxemburg, Slovenië, Slowakije en Spanje hebben formele bilaterale overeenkomsten met landen van buiten de EU over de toegang tot de arbeidsmarkten
- Estland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk en Spanje hebben formele partnerships voor arbeidsmobiliteit van afgestudeerden en jonge professionals. In Nederland is dat bijvoorbeeld de ‘StuNed’-overeenkomst (Studeren in Nederland) met Indonesië, waarmee Indonesische studenten een beurs kunnen krijgen voor een master of korte studie in Nederland. Jaarlijks ontvangen tweehonderd Indonesische studenten een dergelijke beurs.
- België, Duitsland, Litouwen, Nederland en Spanje hebben programma’s voor specifieke beroepen of nationaliteiten. Zo is Nederland met de andere Benelux-landen en Italië het Match-project gestart voor circulaire migranten uit Senegal en Nigeria. Naar schatting kunnen hiermee 210 Nigeriaanse en Senegalese migranten voor 1 of 2 jaar komen werken in sectoren die kampen met arbeidstekorten.
Aanvullende werkgerelateerde migratiemogelijkheden voor mensen die internationale bescherming nodig hebben
Alleen Franse en Duitse programma’s bieden dergelijke mogelijkheden. Zo bestaat in Duitsland het programma ‘Leadership for Syria’, waarmee 200 jonge Syrische studenten en onderzoekers met een beurs in Duitsland kunnen studeren. Het programma bevordert de integratie van deze studenten op de Duitse arbeidsmarkt, en leert ze hoe ze eventueel een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van Syrië, mochten ze terugkeren. Frankrijk heeft het PAUSE-programma, waarmee Frankrijk onderzoekers, wetenschappers en intellectuelen beschermt die in eigen land worden bedreigd.
Publicatie
- EMN Inform: 'Exploring legal pathways to fulfil labour needs', juli 2021