Migranten die langer dan 5 jaar aaneengesloten in een EU-lidstaat verblijven kunnen kiezen tussen een aanvraag voor naturalisatie of voor een 'status EU-lang ingezetene'. Voor de status EU-lang ingezetene verschillen EU-lidstaten onder meer in de categorieën migranten die zijn uitgesloten voor de status, de inkomensvereisten en de rechten die aan de status worden toegekend.
Onderzoek: Migranten die langdurig in de EU verblijven
EMN Inform: 'Long-term residents status in the EU'
Onderwerp - Verschillen en overeenkomsten in de toepassing van de Europese richtlijn voor de status EU-lang ingezetene (Richtlijn 2003/109/EC). De Inform is een samenvatting van de antwoorden op drie onderliggende ad-hoconderzoeksvragen over de status.
Deelnemende landen ad-hoconderzoeksvragen - 22-24 EU-lidstaten
Onderzoeksperiode - November 2019-februari 2020
De EU ziet de integratie van migranten die lang in de EU verblijven als cruciaal voor het bevorderen van sociale en economische samenhang. Een van de eerste statussen die de EU voor migranten ontwikkelde binnen de EU-wetgeving was dan ook de status EU-lang ingezetene (2006, Richtlijn 2003/109/EC). Deze status is voor migranten uit landen van buiten de Europese Economische Ruimte (EER*) die ten minste 5 jaar lang aan een stuk door en legaal verblijven in een van de lidstaten, bijvoorbeeld voor werk of gezinshereniging. EU-lidstaten verschillen in het uitvoeren van de richtlijn voor deze status.
Verblijfdoelen die zijn uitgezonderd voor de status
Of een migrant in aanmerking komt voor de status EU-langdurig ingezetene is onder meer afhankelijk van de verblijfsgrond op basis waarvan een migrant in een EU-lidstaat verblijft. De richtlijn uit 2006 benoemt tijdelijke verblijfsdoelen die van de status zijn uitgesloten, zoals een verblijf als au pair of seizoenarbeider. De meeste lidstaten die aan het onderzoek meededen houden deze uitzonderingscategorieën aan (14 lidstaten). Andere lidstaten hebben een langere nationale lijst met verblijfsdoelen die zijn uitgezonderd voor de status (6 lidstaten), of hanteren juist een kortere lijst (5 lidstaten).
Verblijfsduur
Een voorwaarde voor het verkrijgen van de status is dat een migrant minimaal 5 jaar in een lidstaat verblijft. Tijdens deze periode mag een migrant korter dan 6 aaneensluitende maanden de lidstaat verlaten, voor in totaal maximaal 10 maanden. In uitzonderlijke tijdelijke situaties staan 18 lidstaten echter toe dat een migrant langere perioden weg is.
Inkomensvereisten
De richtlijn voor de status stelt dat een migrant vaste en regelmatige inkomsten moet hebben. De vereiste minimale inkomsten per lidstaat lopen echter zeer uiteen, van € 165 (Polen) tot € 2.142 (Luxemburg) per maand. In Nederland geldt € 1.236,52 per maand. Ook de periode waarover een migrant vaste en regelmatige inkomsten moet hebben varieert, van alleen de toekomstige financiële situatie van de aanvrager tot het kunnen overleggen van een bewijs van vaste en regelmatige inkomsten over de volle 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag. Dit laatste geldt in 3 lidstaten (Frankrijk, Luxemburg, Zweden). In Nederland is dit 3 jaar, of een aanvrager moet een arbeidscontract kunnen overleggen dat minstens een jaar geldig is.
Arbeidsmarkttoets
Acht lidstaten, waaronder Nederland, passen een arbeidsmarkttoets toe wanneer een economisch actieve langdurig ingezetene uit een andere lidstaat een verblijfsvergunning wil aanvragen. Daarbij beoordelen de lidstaten of een burger van de lidstaat zelf of een andere EU-burger het werk waarvoor de vergunning wordt aangevraagd kan doen. Alleen België maakt een uitzondering voor het toepassen van deze toets voor beroepen waarnaar veel vraag voor personeel is.
Extra vereisten
In 12 lidstaten is een bewijs van een geschikte verblijfslocatie verplicht. Ook moeten aanvragers in de meeste lidstaten voldoen aan integratie-eisen. Vrijwel alle lidstaten, op Finland en Luxemburg na, stellen het beheersen van de eigen taal verplicht. Het minimale taalniveau verschilt daarbij. Ook Nederland verlangt een minimale mate van integratie en kennis van de Nederlandse taal. Deze kennis toetst Nederland aan de hand van een inburgeringstest.
Rechten
Ten aanzien van gelijke behandeling en rechten verleend door de status gelden beperkingen in 13 lidstaten voor werkactiviteiten (als zelfstandige) die voor nationale, EU- of EER-burgers zijn gereserveerd. In 2 lidstaten (Cyprus, Griekenland) is de gelijke behandeling van langdurig ingezetenen beperkt voor sociale bijstand en sociale bescherming.
Publicaties
- Benchmark EMN Nederland, de situatie in Nederland vergeleken met andere EU-lidstaten: 'Status voor langdurig ingezetenen in de Europese Unie', 22 februari 2021
- EMN Inform: Long-term resident status in the EU, juni 2020
*Bij de Europese Economische Ruimte (EER) horen alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.
**Toevoeging buiten onderzoek: in 2019 verleende Nederland 12.440 verblijfsdocumenten langdurig ingezetene. Bron: IND, Jaarcijfers 2019