Onderzoek: Nederland één van de landen met de meeste nationale beschermingsstatussen

Nederland had in 2018 acht nationale beschermingsstatussen voor migranten van buiten de EU (zeven na het afschaffen van de discretionaire bevoegdheid in 2019). Daarmee is Nederland een van de EU-lidstaten met de meeste nationale beschermingsstatussen. Opvallend daarbij is dat Nederland drie statussen heeft op grond van medische redenen.

'Comparative overview of national protection statuses in the EU and Norway'

Onderwerp – Overzicht nationale beschermingsstatussen in Europa die niet vallen onder de twee geharmoniseerde EU-statussen (vluchtelingenstatus, subsidiaire beschermingsstatus) en met uitzondering van de statussen voor staatlozen, slachtoffers van criminaliteit en migranten van buiten de EU die niet kunnen worden uitgezet, evenals en statussen op grond van Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en humanitaire visa

Deelnemende landen onderzoek - 24 EU-lidstaten plus Noorwegen (het Verenigd Koninkrijk was EMN-lid tot februari 2020)

Onderzoeksperiode – 2010-2018

Drie nationale statussen op grond van medische redenen is veel in vergelijking met andere lidstaten. De rechten waarop migranten een beroep kunnen doen op grond van deze medische statussen zijn meestal gelijk of minder gunstig dan de rechten voor de EU-geharmoniseerde statussen. De vijf andere Nederlandse statussen gelden voor kinderen (drie) en minderjarige vrouwen (één), één status was op basis van discretionaire bevoegdheid. In Nederland is de discretionaire bevoegdheid afgeschaft in mei 2019. Deze bevoegdheid hield in dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verblijfsvergunning kon verlenen in individuele gevallen waarbij sprake was van schrijnende omstandigheden.

Trend 2010-2018: geen grote veranderingen

Het aantal en de aard van de nationale beschermingsstatussen in de lidstaten is tussen 2010 en 2018 grotendeels onveranderd gebleven. De statussen zijn slechts deels aangepast:

  • een aantal nationale beschermingsstatussen is aangepast tussen 2014 en 2016 (Finland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Zweden); meestal vanwege de algemene situatie in het land van herkomst
  • de criteria voor een aantal beschermingsstatussen zijn aangescherpt, zoals in Nederland en Finland voor de status voor alleenstaande minderjarige migranten die moeten terugkeren naar hun herkomstland
  • in Finland en Nederland zijn enkele statussen afgeschaft. In Nederland gaat dit om categoriale bescherming, de zogenaamde d-grond, en de discretionaire bevoegdheid. Het beleid van categoriale bescherming hield in dat asielzoekers uit (een bepaald deel van) een land en/of van een bepaalde bevolkingsgroep in beginsel een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd kregen op basis van de situatie in het land van herkomst. De d-grond is afgeschaft omdat deze beschermingsgrond voldoende is gedekt onder de internationale beschermingsvormen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het EU-recht.


Het aantal verblijfsvergunningen op basis van nationale beschermingsstatussen is onbekend, omdat de meeste lidstaten hierover geen gegevens beschikbaar hebben.

Publicaties ‘Comparative Overview of National Protection Statuses in the EU and Norway’

Nationale beschermingsstatussen Nederland

A: Uitstel van vertrek om medische redenen - Status voor als gezondheidsredenen uitzetting van een migrant van buiten de EU kunnen verhinderen, zoals tijdelijk niet kunnen reizen.

B: Medische behandeling - Status die een verblijfsrecht geeft aan migranten van buiten de EU, zodat ze in Nederland een medische behandeling kunnen krijgen die in het land van herkomst niet beschikbaar is.

C: Na verblijf in het kader van medische behandeling - Status die een niet-tijdelijk verblijfsrecht geeft aan migranten van buiten de EU, na drie jaar tijdelijk verblijfsrecht in verband met een medische behandeling in Nederland.

D: Alleenstaande minderjarige migranten die buiten zijn/haar schuld niet uit Nederland kan vertrekken - Deze status kan worden toegekend aan een alleenstaande minderjarige migrant als terugkeer naar het herkomstland binnen drie jaar na het aanvragen van asiel niet mogelijk is, bijvoorbeeld door een gebrek aan adequate opvang in het herkomstland.

E: Plaatsing in een pleeggezin of instelling in Nederland - Status voor minderjarige migranten die op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 in een pleeggezin of instelling in Nederland kunnen worden geplaatst.

F: Afsluiting definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen - Status voor minderjarigen op grond van een (her)beoordeling van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (kinderpardonregeling).

G: Verwesterde schoolgaande minderjarige vrouwen - Status voor Afghaanse meisjes die langdurig in Nederland verblijven en van wie om dringende humanitaire redenen niet kan worden verlangd dat ze terugkeren naar Afghanistan.

 

Typology of non-harmonised protection statuses in EU member states and Norway