Overtredingen, moeilijkheden bij handhaving of misstanden in bepaalde sectoren: niet alleen Nederland heeft te maken met problemen rond illegale arbeid en arbeidsuitbuiting van migranten uit niet-EU-EFTA-landen*, ook de andere EU-lidstaten lopen hier tegenaan. Beleidsontwikkelingen voor de preventie en handhaving gaan in veel landen gelijk op, maar bij risicoanalyses en inspecties wijkt de aanpak van Nederland af. Dat blijkt uit onderzoek van het European Migration Network.
EMN-onderzoek, Benchmark EMN NL | Arbeidsmigratie
Illegale arbeid en arbeidsuitbuiting: problemen spelen in alle EU-lidstaten, en in dezelfde sectoren
Illegale arbeid en arbeidsuitbuiting van migranten uit niet-EU/EFTA-landen (derde landen) zijn in alle EU-lidstaten onderwerp van debat. In Tsjechië, Estland, Litouwen, Zweden en Slowakije nam de discussie hierover extra toe door de komst van veel Oekraïense ontheemden.
Ogen op alle bedrijfstakken
De bouw, horeca, landbouw, productie en handel: het zijn in bijna alle EU-lidstaten sectoren met een hoog risico op het (veelvuldig) voorkomen van arbeidsuitbuiting en illegale arbeid. Hetzelfde geldt voor opkomende bedrijfstakken, zoals de wellness-branche, bezorgdiensten en de garage- en auto-industrie. Dit risico stellen de meest landen vast op basis van analyses, waarna ze gericht de sectoren monitoren die hoog scoren. Naast Griekenland is Nederland het enige land dat standaard alle bedrijfssectoren monitort.
Samenwerking met regio succes in Nederland
Het opsporen van illegale arbeid is in de meeste lidstaten (BE, BG, CZ, EE, EL, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, NL, PL, SI, SE, SK), een taak van Arbeidsinspecties. Meestal werken deze diensten samen met andere autoriteiten. Hoewel 10 landen (BE, BG, EE, FR, IE, IT, LT, LV, NL, SE) sinds 2017 maatregelen invoerden om die samenwerking te verbeteren, is Nederland een van de weinige landen (samen met Cyprus, Estland, Litouwen) die benadrukte dat de maatregelen effect hadden. Volgens Nederland zijn vooral de regionale teams die de landelijke Arbeidsinspectie sinds mei 2022 inzet succesvol.
Doelgerichte bedrijfsinspecties in 5 lidstaten
Nederland houdt geen extra toezicht op bepaalde sectoren, maar voert net als België, Frankrijk, Ierland en Slovenië wel doelgerichte bedrijfsinspecties uit. Het gaat om inspecties op basis van het geschatte risico op niet-naleving van de wet. Nederland stelde in een plan voor 2019-2022 een lijst op van 17 risicocategorieën, gerangschikt op zowel het ingeschatte risico als de mogelijke impact voor slachtoffers. Arbeidsuitbuiting en illegale arbeid haalden de top drie van de lijst.
Nieuwe sancties voor zowel werkgevers als werknemers
Om arbeidsuitbuiting en illegale arbeid te voorkomen zette Nederland en veel andere landen (AT, CY, CZ, EE, EL, FI, FR, HU, IE, IT, LU, LV, SK) de afgelopen jaren vooral in op bewustwordingscampagnes. Daarnaast moeten regelgeving en sancties in Nederland en 12 andere landen (BE, CY, CZ, EE, EL, FI, HR, IT, LU, LV, SE, SK) zorgen voor een afschrikkend effect voor potentiële werkgevers en zo bijdragen aan preventie.
De meeste lidstaten (BG, CY, CZ, EE, FI, FR, HU, IT, LV, LT, LU, NL, PL, SI, SE) voerden sinds 2017 beleidswijzigingen door bij het sanctioneren van werkgevers. In Cyprus, Estland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Slovenië en Zweden betekende dat bijvoorbeeld een verhoging van de geldboetes. Zes lidstaten (AT, BE, CY, FR, IE, LV) introduceerden gevangenisstraffen en 4 andere landen (AT, EE, FR, HU, LT, SI) namen nieuwe maatregelen om verblijfs- en werkvergunningen van betrokken werknemers in te kunnen trekken. Zes lidstaten (AT, EE, FR, HU, LT, SI) introduceerden een nieuwe maatregel om werkgevers van publieke aanbestedingsprojecten uit te kunnen sluiten.

Nederland: illegale arbeid van migranten met vergunning in andere EU-lidstaat uitdaging
Nederland wijst als enige op problemen bij het opsporen van migranten die in een bepaald EU-land mogen werken, maar vervolgens illegaal in een andere lidstaat aan de slag gaan. Samen met Cyprus, Finland en Ierland noemt Nederland daarnaast de beperkte middelen (budget en personeel) als uitdaging bij het succesvol aanpakken van illegale arbeid en arbeidsuitbuiting. De overige EU-lidstaten komen diverse andere obstakels tegen, zoals:
- communicatieproblemen tussen autoriteiten, migranten en werkgevers als gevolg van taalbarrières (BE, BG, CY, FI, LT, LU, LV, SK);
- het risico op identiteitsfraude en documentvervalsing (AT, BE, BG, FR, FI, HU, SE);
- het opsporen van arbeidsovertredingen in sectoren die afhankelijk zijn van seizoensarbeid (BE, BG, FI, IE).
Over het EMN-onderzoek ‘Illegal Employment of third-country nationals’
De meeste EU-lidstaten voerden de afgelopen jaren nieuwe of gewijzigde maatregelen in om illegale arbeid van migranten uit niet-EU/EFTA-landen op te sporen, te voorkomen en bestrijden. Een uitgebreid onderzoek van het European Migration Network brengt het beleid, de uitdagingen en de successen van EU-lidstaten op dit beleidsterrein in de periode 2017-2022 in kaart. Aan het onderzoek, dat voortbouwt op een eerder EMN-onderzoek uit 2017, deden 21 lidstaten mee. EMN Nederland publiceert ook een benchmark om de resultaten vanuit Nederlands perspectief toe te lichten.
*EFTA: Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), vooral bekend onder de Engelse afkorting EFTA. Landen: Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, Zwitserland.
**Deelnemende landen: Oostenrijk (AT), België (BE), Bulgarije (BG), Cyprus (CY), Tsjechië (CZ), Estland (EE), Griekenland (EL), Finland (FI), Frankrijk (FR), Kroatië (HR), Hongarije (HU), Ierland (IE), Italië (IT), Litouwen (LT), Luxemburg (LU), Letland (LV), Nederland (NL), Polen (PL), Zweden (SE), Slovenië (SI), Slowakije (SK)