EU-lidstaten werken aan het verbeteren van de vooruitzichten van ontheemden die zijn opgevangen in landen buiten de EU. Voor 8 lidstaten is dit onderdeel van een breder beleid voor internationale samenwerking. Nederland is samen met België, Tsjechië en Duitsland een van de 4 landen met een specifiek beleid hiervoor. Dit blijkt uit het EMN-onderzoek ‘Enhancing the prospects of displaced populations in non-EU first reception and transit countries’ (maart 2023).
> Lees het volledige EMN-onderzoek (vergelijking tussen 20 EU-lidstaten) en de two-pager van EMN Nederland (beknopte vergelijking tussen Nederland en andere lidstaten)
De 4 landen hebben hun beleid gekoppeld aan internationale overeenkomsten, zoals het Global Compact on Refugees (2018), de Sustainable Development Goals (2015) voor 2030 en het Pact on Migration and Asylum van de Europese Commissie (2020). Andere Europese landen hebben het verbeteren van de opvang van ontheemden in landen van buiten de EU algemener opgenomen in hun beleid (8 van de 20 landen die meededen met het onderzoek), of hebben geen beleid hiervoor (8 van de 20 landen).
Nederland wil met haar beleid vooral:
- de druk op opvanglanden buiten de EU verlichten;
- de zelfredzaamheid van ontheemden vergroten;
- bijdragen aan het Nederlandse beleid voor migratiebeheer, waaronder het terugdringen van doormigratie.
Nederland nam ook het initiatiefnemer voor het Prospects partnership, een internationaal samenwerkingsverband om de vooruitzichten van ontheemden te verbeteren in herkomstregio's. Het samenwerkingsverband bevordert de sociale samenhang tussen ontheemden en gastgemeenschappen, en steunt kwetsbare gemeenschappen.