Migranten kunnen hun partner en kinderen over laten komen naar de Europese Unie (EU). Hiermee respecteert de EU het fundamentele recht op een gezinsleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Gezinsmigratie kent twee vormen: gezinshereniging en gezinsvorming. Gezinshereniging is de hereniging van een al bestaand gezin, een migrant met zijn/haar partner en kinderen. Bij gezinsvorming gaat het om het tot stand brengen van een gezinsband.
Het Nederlandse beleid voor gezinsmigratie is vooral beïnvloed door wet- en regelgeving op EU-niveau. Sinds 2005 is de EU-richtlijn voor het recht op gezinshereniging voor migranten van buiten de EU van kracht. Daarnaast heeft het Europees Hof van Justitie invloed op het Nederlandse beleid. Zo moest Nederland door het Chakroun-arrest (2010) de strenge inkomenseisen terugdraaien.
Specifiek voor het Nederlandse beleid is het onderscheid tussen gezinshereniging voor migranten die hier werken of studeren, en gezinshereniging voor asielstatushouders. Dat laatste wordt nareis genoemd. Voor nareis gelden aangepaste, minder strenge voorwaarden dan voor ‘reguliere’ gezinshereniging.