Onderzoek: Gevolgen Covid-19 voor vrijwillige en gedwongen terugkeer

De reisbeperkingen door Covid-19 maakten het moeilijk om migranten vrijwillig of gedwongen te laten terugkeren naar herkomstlanden. EU- en OECD-landen verruimden daarom veelal de verblijfsmogelijkheden van uitgeprocedeerde migranten.

EMN-OECD Inform #5: 'Impact of COVID-19 pandemic on voluntary and forced return procedures and policy responses’

Onderwerp - Gevolgen van Covid-19 voor beleid voor  vrijwillige en gedwongen terugkeer.  Gezamenlijk onderzoek van het Europees Migratienetwerk (EMN) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/OECD).

Deelnemende landen onderzoek - België (BE), Cyprus (CY), Duitsland (DE), Estland (EE) Finland (FI), Frankrijk (FR), Hongarije (HU), Ierland (IE), Italië (IT), Kroatië (HR), Letland (LV), Litouwen (LT), Luxemburg (LU), Nederland (NL), Oosterrijk (AT), Polen (PL), Slovenië (SI), Slowakije (SK), Spanje (ES), Tsjechië (CZ), Zweden (SE). OECD-landen buiten EU: onder meer Noorwegen (NO), Zwitserland (CH).

Onderzoeksperiode - Maart-september 2020

Om lidstaten te ondersteunen in hun terugkeerbeleid tijdens Covid-19 gaf de Europese Commissie in april 2020 aanwijzingen voor het uitvoeren van terugkeerprocedures. Het ging onder meer om de mogelijke terugkeermaatregelen van lidstaten, met aandacht voor de gezondheid en fundamentele rechten van migranten. Vijftien landen, waaronder Nederland (AT, CZ, DE, EE, FR, HR, HU, IT, LV, MT, NL, PL, SE, SK, NO) gaven aan deze aanwijzingen te verwelkomen en toe te passen. 

Minder gedwongen terugkeer

  • 21 landen (AT, BE, CY, CZ, DE, DK, EE, ES, FI, FR, HR, HU, IE, LT, LV, LU, NL, PL, PT, SK, NO, CH) voerden door de eigen reisbeperkingen minder terugkeerbesluiten uit in maart en april 2020. Nederland gaf samen met 4 andere landen (CZ, FR, NL, PL, CH) aan dat de terugkeer van migranten van buiten de EU ook moeilijker was door veranderingen in reisbeperkingen in landen van herkomst. 
  • Nederland en 7 andere landen (DE, FR, LT, LV, NL, PL, SI, SK) gaven aan dat de beperkte beschikbaarheid van vluchten leidde tot het moeilijker laten terugkeren van migranten zonder rechtmatig verblijf.
  • In 3 EU-lidstaten en Zwitserland (CY, CZ, PL, CH) was in juli 2020 het aantal uitgegeven terugkeerbesluiten weer vergelijkbaar met het aantal van voor Covid-19. In Nederland en 7 andere EU-lidstaten (BE, EE, FI, FR, LV, LT, LU, NL) bleven de aantallen lager dan normaal. Van andere landen is onbekend of de aantallen toe- of afnamen tijdens en na lockdowns. 
  • Een aantal EU-lidstaten voerde alleen gedwongen terugkeer uit naar specifieke landen buiten de EU: Estland, Polen, Slowakije en Tsjechië alleen naar Oekraïne (Estland daarnaast ook nog naar Rusland); Frankijk, Slovenië, en Zweden alleen naar de Westerse Balkan, Georgië en Oekraïne; Duitsland alleen naar Tunesië, Pakistan en Oekraïne.

Verruiming verblijfsmogelijkheden en aanpassen toezichtmaatregelen

  • Nederland en 10 andere EU-lidstaten (AT, BE, CY, DE, EE, FI, FR, HR, HU, NL, SE) introduceerden alternatieve maatregelen en noodmaatregelen voor vreemdelingenbewaring en de opvang van asielzoekers in asielzoekerscentra (azc's). Een aantal lidstaten verlengden de verblijfstermijn voor vreemdelingenbewaring (dit gold niet voor Nederland) of bood alternatieven aan hiervoor. België verlengde de beslistermijn voor terugkeerbesluiten, zodat migranten langer in azc's konden blijven. In Finland, Frankrijk en Zweden werd het maximale aantal asielzoekers in centra verlaagd om afstand te kunnen houden. Het verlagen van het maximale aantal asielzoekers gebeurde vaak in combinatie met andere maatregelen, zoals huisarrest in Frankrijk. 
  • In Nederland konden asielzoekers in een azc blijven als terugkeer naar het land van herkomst niet mogelijk was. Maakte een asielzoeker hiervan gebruik, dan werden minder toezichtmaatregelen genomen dan gewoonlijk, zoals meldplichten, vrijheidsbeperkingen of het innemen van reisdocumenten.

Begeleiding bij gedwongen en vrijwillig vertrek

  • Vijftien EU-lidstaten (AT, BE, CY, CZ, DE, EE, ES, FI, HR, IT, LV, LT, PL, SE, SK) bleven ondanks de pandemie migranten begeleiden bij terugkeer, meestal online. Negen landen (AT, DE, EE, LU, SE, SI, SK, NO, CH, NO) begeleidden migranten helemaal of deels ook persoonlijk, met speciale hygiënemaatregelen zoals plexiglaswanden en begeleiding buiten tijdens wandelingen in plaats van binnen.
  • Nederland en Zwitserland pasten de begeleiding aan op de situatie in het land van herkomst. In Nederland regelde de Internationale Organisatie voor Migratie Nederland (IOM Nederland) dit op maat tijdens de vrijwillige terugkeerprocedure, onder meer door het regelen van de terugvlucht en re-integratiebegeleiding in het land van herkomst. Zo kon terugkeer doorgaan waar de situatie dit toeliet.
  • In 3 EU-lidstaten (BE, FR, LU) werden terugkeer- en begeleidingsactiviteiten soms tijdelijk stopgezet. 

Vrijwillige terugkeer

  • Acht EU-lidstaten (AT, CZ, HU, IT, LV, LT, PL, SE) voerden nieuwe maatregelen en procedures in voor vrijwillige terugkeer, onder meer het verlengen van de vertrektermijn. 
  • De mate van af- en toename van vrijwillige terugkeer verschilde per lidstaat. In 7 EU-lidstaten (CY, DE, ES, FR, LT, LU, PL) nam vrijwillige terugkeer af in maart 2020. In België, Finland en Zwitserland steeg juist het aantal migranten dat vrijwillig terugkeerde. In Zwitserland ontstond de piek door georganiseerde chartervluchten (mei 2020).
  • In de meeste EU- en OECD-landen bleef de financiële regeling voor vrijwillige terugkeer hetzelfde. Zes EU-lidstaten, waaronder Nederland (AT, DE, FR, HR, LV, NL) pasten de financiële steun voor migranten bij een vrijwillige terugkeer wel aan. Nederland paste de financiële steun op maat aan. IOM Nederland beoordeelde per individuele migrant de hoogte van de financiële steun.

Onderwijs en gezondheidszorg

  • In alle EU-lidstaten kunnen kinderen van alle migranten onderwijs volgen, ongeacht hun verblijfstatus. Tien lidstaten, waaronder Nederland  (BE, DE, FR, HR, IE, LT, LU, LV, NL, PL, SE) gaven aan dat deze kinderen van migranten hetzelfde onderwijs volgen als andere kinderen en dat dit ook het geval was tijdens de pandemie.
  • Na het sluiten van scholen tijdens lockdowns werd onderwijs op afstand gegeven, meestal online. Naast Nederland voerden Duitsland en Polen extra regelingen in om kinderen in asielzoekerscentra en terugkeercentra online onderwijs te kunnen laten volgen, bijvoorbeeld door het verbeteren van de wifitoegang, het geven van laptops of tablets aan kinderen, het inrichten van kamers met computers en het ontwikkelen van specifiek lesmateriaal. 
  • Alle EU-lidstaten, Noorwegen, Zwitserland en OECD-landen bleven eerste hulp en essentiële gezondheidszorg aanbieden aan migranten met een terugkeerbesluit, altijd volgens de Covid-19 maatregelen van het land. 

Covid-19-maatregelen en problemen bij terugkeer

  • Door de grote verscheidenheid aan beleid van herkomstlanden konden EU- en OECD-landen geen uniform terugkeerbeleid opstellen voor de nieuwe Covid-19-situatie. Tien landen (CZ, DE, EE, FI, FR, HR, LT, PL, SE, CH) konden met herkomstlanden afspraken maken over het uitgeven van identiteits- en reisdocumenten.
  • Nederland was de enige lidstaat waar migranten nog persoonlijk naar kantoren konden komen. Op deze locaties golden speciale Covid-19-regels. 
  • Test- en quarantaineverplichtingen hingen bij Nederland en 17 andere landen (AT, BE, CY, CZ, DE, EE, ES, HR, FI, FR, LV, LT, NL, PL, SE, SI, NO, CH) ook van het land van terugkeer af. Nederland en 12 andere landen (BE, CY, CZ, DE, ES, FI, HR, LT, LV, NL, SE, NO, CH) betaalden voor de quarantaine in het herkomstland. Drie EU-lidstaten (CZ, DE, IT) betaalden daarnaast ook voor het testen. 
  • Vijf EU-lidstaten (FI, FR, HR, PL, SE) benadrukten de grote testcapaciteit die nodig was voor het uitvoeren van het terugkeerbeleid. Zo moesten zowel terugkerende migranten als het begeleidende personeel een negatief testresultaat kunnen overhandigen binnen 24, 48 of 72 uur voorafgaand aan vertrek. 
  • Nederland en 2 andere landen (FR, NL, CH) benadrukten dat migranten niet konden worden gedwongen zich te laten testen. Dit vertraagde soms de terugkeerprocedure. Ook hing de beschikbaarheid van een stoel in een vlucht vaak af van de testresultaten. 
  • Vliegmaatschappijen konden vluchten op het laatste moment annuleren of verplaatsen, wat terugkeer bemoeilijkte.

Publicatie


Samenwerking EMN en OESO

De Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO/OECD) en het Europees Migratienetwerk (EMN) volgen sinds de uitbraak van Covid-19, onafhankelijk van elkaar, hoe de uitbraak van Covid-19 migratie beïnvloedt. Beide organisaties informeren nationale en internationale overheden en beleidsmakers hierover. De OESO en het EMN werken samen op de belangrijkste onderwerpen voor de korte en middellange termijn om zo de aanpak voor migratie te versterken. De vijf gezamenlijke onderzoeken worden elk gepresenteerd in een webinar en na het webinar gepubliceerd op de websites van de OESO, het EMN en de EMN-contactpunten in de EU-lidstaten.

De vier eerdere onderzoeken: 

 

Terugkeer naar Nigeria | Foto: IOM, 2012
Terugkeer naar Nigeria | Foto: IOM, 2012